Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2024 Jaarstukken 2024

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Kengetallen financiële positie

Het BBV heeft voorgeschreven dat er 6 financiële kengetallen moeten worden opgenomen. Deze kengetallen geven gezamenlijk inzicht in de financiële positie van onze gemeente. Per kengetal is een toelichting aangegeven. Wel moet worden opgemerkt dat de kengetallen in gezamenlijkheid bezien moeten worden.

Kengetallen financiële positie

Conclusie en onderlinge verhoudingen

Uit de kengetallen komt naar voren dat er bij de gemeente Zundert sprake is van houdbare gemeentefinanciën. De huidige positie van de gemeente Zundert is meer dan voldoende. De schuldpositie is gezond en de solvabiliteit is wederom toegenomen. Gegeven het bijzondere karakter van de gemeente als een zogenaamde bestedingshuishouding is de betekenis van de individuele kengetallen te beperkt om te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten daarom altijd in samenhang worden bezien, omdat ze alleen in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente. Omdat de kengetallen in de eerste plaats bedoeld zijn om inzicht te geven in de financiële positie ten behoeve de horizontale verantwoording aan onze raad, is er geen externe normering bepaald door de wetgever of toezichthouder. Wel zijn er algemeen gebruikte VNG-normen die ook weer nadrukkelijk in samenhang moeten worden beoordeeld.

Netto schuldquote

Dit kengetal wordt op de volgende manier berekend:

Netto schuldquote = ((langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) -/- (langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen + overlopende activa))/ inkomsten voor bestemming reserves.

Dit kengetal geeft aan hoeveel schulden een gemeente kan dragen op basis van de inkomsten die zij genereerd. Het kengetal zegt dus iets over de financiële vermogenspositie: zij geeft aan of de gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen. Deze schuldquote mag niet boven de 130% uitkomen. Bij 100% of hoger gaat het licht op oranje. Zundert heeft dus voldoende inkomsten om de schulden af te lossen.

Solvabiliteit

Dit kengetal wordt op de volgende manier berekend: Eigen vermogen / totaal vermogen

De 'solvabiliteitsratio' geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen (het financiële kengetal solvabiliteitsratio), hoe gezonder de gemeente. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de voorzieningen bij de berekeningen zijn beschouwd als vreemd vermogen. De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen aan. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% heeft een gemeente haar bezit zeer zwaar belast met schuld. Bij een solvabiliteit van onder de 20% (conform VNG, Wet HOF) staat het licht op rood.

De solvabiliteitsratio gaat van 37% in 2023 naar 38% in 2024 en wordt daarmee als ruim voldoende beoordeeld.

Structurele exploitatieruimte

Het financiële kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Wanneer deze ratio groter is dan 0,6% dan is de ratio voldoende. De huidige ruimte is ruim voldoende.

Grondexploitatie

Voor Zundert is deze quote eind 2023 1% en eind 2024 1%. De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld dient namelijk ook nog terugverdiend te worden.

Belastingcapaciteit

De woonlasten zijn voor de gemeente de belangrijkste eigen belastinginkomst. De hoogte van deze woonlasten geeft aan in hoeverre de gemeente al gebruik heeft moeten maken van deze optie voor het verkrijgen van extra inkomsten. Uit de ratio blijkt dat wij boven het landelijk gemiddelde zitten. Dit heeft ook als oorzaak dat onze gemiddelde WOZ-waarde van de woningen 15% hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale gemiddelde woonlasten te delen door de gemiddelde woonlasten in Nederland.

FRAUDERISICOANALYSE

Eén van de effecten van het door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) uitgebrachte rapport "Uitkomst onderzoek kwaliteit wettelijke controles" is dat gemeenten een frauderisicoanalyse moeten opstellen. Het college laat zien dat het belang hecht aan de verantwoordelijkheid fraude te vermijden en te ontdekken. Het gaat daarbij om 2 inschattingen:

  1. Risico van onrechtmatige onttrekkingen van geld en goederen;
  2. Risico van het misbruik van financiële verslaggeving om daar beter van te worden.

Frauderisico's en -beheersing zijn opgenomen in het systeem van risicomanagement. Daardoor krijgt het onderwerp de juiste periodieke aandacht en wordt het proces van governance door sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden geborgd.

Sinds 2018 wordt voor de frauderisicoanalyse gebruik gemaakt van een enquête die wordt uitgezet onder een selectie van medewerkers, verdeeld over alle werkgebieden en programma’s. Zij zijn bevraagd op cultuur- en organisatie-kenmerken van fraudegevoeligheid en fraude-indicatoren.

De in de frauderisico analyse betrokken onderwerpen zijn:

· Bevraagde cultuur- en organisatiekenmerken :

Beleid & regels, Samenwerken, Organisatieloyaliteit, Normen & waarden, Bestuur, Organisatiestructuur, Communicatie, Sfeer & relaties, IT-autorisaties en Hybride werken.

· Bevraagde fraude-indicatoren :

Beïnvloeding cijfers door bestuur, Voorbeeldrol directie, bewaking bedrijfsvoering, Tijdige informatievoorziening, Documentatie transacties, Functiescheidingen, Marktconforme grondprijzen, Correctieboekingen, Ongebruikelijke transacties, Onafhankelijke selectie aannemers, Negatieve media, Ongeautoriseerde IT-handelingen.

Hieronder volgt een korte weergave van de conclusies die te destilleren zijn uit de enquête gehouden in januari 2025 over het boekjaar 2024.

Over de gehele linie is er geen significant verschil met de gemiddelde score van vorig jaar. Tussen de bevraagde organisatiekenmerken en tussen de verschillende fraude-indicatoren is wel een lichte verschuiving te zien.

Organisatiekenmerken

Ten opzichte van vorig jaar is de gemiddelde score van de bevraagde organisatiekenmerken nagenoeg gelijk, doch iets afgenomen.

De scores wat betreft de organisatieloyaliteit en interne communicatie zijn iets toegenomen. Dit betekent dat men vindt dat de organisatieloyaliteit is afgenomen en de interne communicatie formeler verloopt. Dit kan te maken met de wisselingen in de personele bezetting. Van belang is om ook in de huidige tijd met krapte op de arbeidsmarkt aantrekkelijk te blijven voor werknemers.

De vorige keer kwam duidelijk naar voren dat het hybride werken van invloed is op de verbondenheid in de organisatie. Deze score is dan wel iets afgenomen, maar blijft zeker aanwezig. Hierbij geldt dat als de verbondenheid afneemt, volgens de fraudedriehoek de gelegenheid tot fraude toeneemt.

Het is zeker een aandachtspunt om de genoemde organisatiekenmerken nader te bekijken en waar mogelijk beheersmaatregelen te nemen.

Positief punt blijft de ondervraagden zich niet belemmerd voelen om zaken bespreekbaar te maken. Werd vorig jaar de druk vanuit bestuurders vaker benoemd, nu is dit niet meer aan de orde.

Indicatoren frauderisico’s

De ‘indicatoren frauderisico’s’ geven een licht dalende lijn t.o.v. voorgaande jaren te zien. Indicatoren die te maken hebben met bedrijfsvoering, het naleven en vastleggen van procedures blijven nog steeds om aandacht vragen. Positief is dat zowel in de score als in de toelichting de ‘documentatie van transacties’ verbetering te zien geeft.

Kritisch zijn de ondervraagden wat betreft markconforme in- en verkoopprijzen. Deze indicator geeft een stijging te zien. Hoewel dit een aandachtpunt is het kader is van frauderisico en niet-integer handelen, geeft de toelichting bij de hogere scores geen aanleiding dat hier sprake van is. Het betreft vooral kritische medewerkers die goed op het gemeenschapsgeld willen passen. Het signaal daarentegen verdient zeker aandacht.

Beheermaatregelen om het frauderisico te verminderen is een evident onderdeel van de risicobeheersing. Recent is ook het beleid Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-beleid) door het college vastgesteld. Dit M&O-beleid is een toevoeging aan het geheel aan beheersmaatregelen. Hiermee wordt een volgende stap gezet in het beheersen van risico’s omtrent fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik.

Voor een goede werking is het van belang dat de beheersmaatregelen ook worden uitgedragen. De resultaten vanuit de enquête geven aan dat hier nog inzet op nodig is.

Deze analyse en conclusies en die uit de voorgaande analyse, zijn en worden opgepakt bij bewustwordingscampagnes, de interne controle aanpak en de periodieke audit gesprekken met de diverse proceseigenaren.

Weerstandsvermogen

Hoofddoelstelling

De Gemeente Zundert acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen, is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is ook het weerstandsvermogen berekend.

Gemeentelijk beleid

De hoogte van het noodzakelijke weerstandsvermogen wordt bepaald door het risicoprofiel van de gemeente en door de kaders die de raad stelt ten aanzien van de gewenste mate van zekerheid tot afdekken van de risico’s. Deze kaders zijn in de raadsvergadering van 31 januari 2023 bepaald en maken deel uit van de 'nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2023'. Besloten is een weerstandsvermogen na te streven met een ratio tussen de 1,0 en 1,4 (= voldoende).

De doelstellingen van risicomanagement zijn:

  • Het continu inzicht hebben in de risico’s die de gemeente Zundert loopt, niet alleen de financiële risico’s;
  • Het beheersen van processen in de organisatie;
  • Het risicobewustzijn van de organisatie stimuleren en vergroten, zodat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van bestaand beleid en voorzieningen;
  • Het weerstandsvermogen te bepalen en deze op voldoende niveau te houden.

Het risicomanagement is in onze opgavegerichte programmaorganisatie gekoppeld aan de programma- en projectdoelstellingen. Naast deze programmagerichte invalshoek zijn risico’s ook integraal onderdeel van de primaire processen. We bereiken dit niet enkel door de risico’s met financiële gevolgen in kaart te brengen, maar ook inzicht te krijgen in politiek/bestuurlijke, juridisch/wettelijke, technische/ICT, organisatorische, geografisch/ruimtelijke, maatschappelijke, imago- en frauderisico’s. Met dit continue inzicht kunnen we de raad niet alleen een actuele stand van zaken rapporteren in de begroting en jaarrekening, maar ook in de bestuursrapportages.

Risico-inventarisatie

Om de risico's van in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld met behulp van het softwareprogramma NARIS® (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Risico's met de hoogste risicocategorie (>70% kans op voorkomen) worden geacht niet ten laste van het weerstandsvermogen te komen maar moeten in de reguliere exploitatie worden geraamd. De invloed van een risico op het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald door de kans van optreden en het financieel gevolg. In de ‘Risicokaart gemeente Zundert’ wordt het aantal risico’s per categorie weergegeven.

Financieel risico Fort Oranje

Het besluit bestuurlijke sluiting Fort Oranje uit 2017 heeft nog steeds grote betekenis, zowel lokaal, regionaal als landelijk. De gemeente is door verschillende partijen aansprakelijk gesteld in dit dossier. Gelet op de eerdere uitspraak van de rechtbank van 2021 zijn deze aansprakelijkheidsstellingen (voorlopig) afgewezen. Pas na een uitspraak in hoger beroep in de bestuursrechtelijke procedure zullen deze aansprakelijkheidsstellingen eventueel opnieuw in behandeling genomen moeten worden. De omvang van het risico is pas na de uitspraak in hoger beroep in beeld te brengen.

Op 26 juni 2024 heeft de gemeente het hoogste bod uitgebracht bij de executieveiling van de gronden van Fort Oranje en is hiermee eigenaar geworden van deze gronden. Op dit moment staat de koopsom nog op een derdenrekening bij de notaris. Omdat de verdeling van de koopsom is aangevochten wordt op dit moment nog een renvooiprocedure gevoerd. Pas na uitspraak in deze procedure wordt duidelijk welk bedrag terugvloeit naar de gemeente. Daarnaast is nog niet duidelijk wat de toekomstige plannen met de verworven gronden worden en daarmee de financiële impact.

Dit betekent dat de risico's met betrekking tot dit dossier niet zijn meegenomen in de berekeningen.

Inzet op weerbaarheid

Vanuit het Rijk komt waarschijnlijk de opdracht om de maatschappelijke weerbaarheid te vergroten. We moeten rekening houden met langdurige stroomuitval, natuurbranden, hybride dreigingen en optimaliseren van het reservistenbestand. Inzet hierop brengt met zich mee dat extra financiële middelen hiervoor nodig zijn. Op dit moment is nog niet duidelijk welke inzet en middelen dit vergt.



Jaarrekening 2024

Begroting 2025

Jaarrekening 2023

Begroting 2024

Totaal grote risico's

6.900

7.800

6.500

5.500

Overige risico's

1.700

700

1.500

700

Totaal alle risico's

8.600

8.500

8.000

6.200


Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 8.600.000) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Uit de Monte-Carlosimulatie (risicosimulatie) volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 1.600.191 (benodigde weerstandscapaciteit).

Benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit kent meerdere bestanddelen. In de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2023 is afgesproken dat we enkel rekening houden met die bestanddelen, die een directe relatie hebben met de totale omvang van de risico’s. Dat doen we met een wetenschappelijk gevalideerde methode en vanuit de bedoeling om goed risicomanagement te voeren en transparant en zuiver zichtbaar te maken dat de relatie tussen de omvang van de risico’s (benodigde capaciteit) en het deel dat je daarvoor reserveert (bestemde weerstandsreserve) minimaal in evenwicht is. De overige bestanddelen van de algemene reserve (exploitatiereserve, reserve grondexploitatie) en eventuele onbenutte belastingcapaciteit blijven zo volledig buiten schot.

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Voor de gemeente Zundert is het ratio weerstandvermogen = 1,48 (zie tabel hieronder). Bij de vaststelling van het nieuwe risicomanagementbeleid is afgesproken deze ratio voor de vergelijking ook met een andere berekeningswijze te presenteren.

Berekening ratio weerstandsvermogen

Ratio op basis van bestemde weerstandsreserve

Ratio op basis van bestemde weerstandsreserve + aanvullend beschikbaar na goedkeuring raad

Ratio op basis van alle bestanddelen van de algemene reserve

Beschikbare weerstandscapaciteit (A)




Weerstandsreserve

2.315

2.315

2.315

Post onvoorzien*

50

50

50

Exploitatiereserve


6.908

6.908

Onbenutte belastingcapaciteit**



998

Totaal

2.365

9.273

10.271





Benodigde weerstandscapaciteit (B) (Bedragen x € 1.000)

1.600

1.600

1.600





Ratio weerstandsvermogen (A/B)

1,48

5,80

6,41

* De post onvoorzien is in de financiële verordening ex art. 212 GW Zundert 2025 naar beneden bijgesteld en bepaald op € 50.000.

** De onbenutte belastingcapaciteit komt tot stand door de geraamde OZB-opbrengst te vergelijken met de door het Rijk gehanteerde rekentarieven, vermeerderd met 20%. Hierdoor sluit het rekentarief aan bij de zogenaamde tarieven "landelijk redelijk peil". Dit is het tariefniveau dat het Rijk hanteert in de circulaires. De gebruikte definitie van de onbenutte belastingcapaciteit voor de berekening van de weerstand capaciteit sluit hiermee aan bij de definitie van de BBV voorgeschreven financiële kengetallen. Hier is uitgegaan van de meicirculaire.

Weerstandsnorm

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

A

> 2.0

Uitstekend

B

1.4 - 2.0

Ruim voldoende

C

1.0 - 1.4

Voldoende

D

0.8 - 1.0

Matig

E

0.6 - 0.8

Onvoldoende

F

< 0.6

Ruim onvoldoende

De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente Het biedt een waardering van de berekende ratio.

Een ratio van 1,48 heeft als waarderingscijfer B. Deze normratio wordt gewaardeerd als 'ruim voldoende'. In de Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2023 staat dat een normratio cijfer tussen de 1,0 en 1,4 wordt gehanteerd. Bij een ratio > 1,4 wordt aangegeven dat de beschikbare weerstandscapaciteit heroverwogen en mogelijk verlaagd kan worden. Met het oog op 'het Ravijnjaar' (2026) is een hogere ratio niet ongewenst. Dit betekent dat op dit moment geen actie benodigd is ten aanzien van de beschikbare weerstandscapaciteit.