INLEIDING
De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de totale inkomsten binnen de gemeentelijke begroting. De paragraaf lokale heffingen, conform artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording voor gemeenten en provincies (BBV), biedt een overzicht van het beleid voor de lokale lasten. Deze paragraaf lokale heffingen bestaat uit:
- Geraamde inkomsten
- Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
- Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
- Lokale belastingdruk
- Kwijtscheldingsbeleid
De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën, namelijk belastingen en rechten. Belastingen, ongebonden lokale heffingen, zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen, o.a. de OZB en toeristenbelasting, zijn bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Rechten, gebonden heffingen, betalen inwoners om kosten die de gemeente maakt te kunnen dekken. De gemeente krijgt (maximaal) de kosten vergoed die ze zelf maakt. De totale opbrengst van deze heffingen mag niet meer zijn dan de totale kosten. Dit zijn bijvoorbeeld rioolrecht en leges. De gemeenteraad bepaalt, door het vaststellen van de belastingverordeningen, welke belastingen de gemeente heft en welke heffingsmaatstaven en tarieven we hanteren.
De belangrijkste belastingen en heffingen in de gemeente Zundert zijn:
- Onroerende zaakbelasting (OZB)
- Afvalstoffenheffing
- Rioolheffing
- Forensenbelasting
- Toeristenbelasting
- Leges
- Daarnaast hebben we rechten, zoals o.a. marktgelden.
BELEID TEN AANZIEN VAN LOKALE HEFFINGEN
In de Zomernota 2025 zijn de algemene en financieel technische uitgangspunten voor de begroting 2025 vastgesteld.
In de nota is als uitgangspunt opgenomen:
- Uitgangspunt toeristenbelasting en forensenbelasting is opbrengststijging op basis van een indexering van 1%
- De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn berekend op basis van 100% kostendekkendheid.
- De rioolheffing is gebaseerd op het Water- en Rioleringsplan en de tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekkendheid.
- De Onroerende zaakbelasting wordt structureel geïndexeerd met 2%.
Kostenonderbouwing volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf lokale heffingen kostenonderbouwingen voor belastingtarieven zijn opgenomen. Dit geldt vooral voor de gebonden heffingen. In deze paragraaf zijn kostenonderbouwingen opgenomen volgens het BBV-model. Deze geven een berekening weer hoe wordt bereikt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Bij de toerekening van kosten zijn de regels toegepast zoals deze zijn beschreven in de ‘Handreiking kostenonderbouwing paragraaf lokale heffingen’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
De legesopbrengsten over het totaal van de verordening zijn, volgens artikel 229b van de Gemeentewet, op basis van voorcalculatie niet hoger dan de lasten. Het totaal van de legesopbrengsten is wettelijk beperkt tot maximaal 100% kostendekkend. Voor een aantal leges, voorbeeld kapvergunning etc. geldt deze norm niet om illegale activiteiten te voorkomen. Deze norm is ook niet van toepassing op de APV-vergunningen. Kruissubsidiëring tussen de titels is niet verboden maar ook niet wenselijk omdat het dienstverlening betreft van verschillende aard. Er wordt geen kruissubsidiëring tussen titels toegepast.
Opslag voor kosten overhead in de tarievenberekening
In het BBV zijn richtlijnen opgenomen voor de berekening van de overhead. De overhead wordt binnen gemeentelijke begrotingen afzonderlijk zichtbaar gemaakt. In overeenstemming met de regels met betrekking tot de berekening van de overhead en de toe te rekenen kosten volgens de financiële verordening, wordt een opslag voor de kosten van overhead meegenomen in de tarievenberekening.
Overhead wordt toegerekend volgens de volgende formule:
((directe personele kosten taakveld)/(totale personeelslasten alle taakvelden incl. overhead)) x overhead = opslag
Begrote inkomsten per belasting of heffing
Bedragen x € 1.000ONROERENDE ZAAKBELASTING
In de begroting van 2025 is rekening gehouden met een opbrengstijging op basis van een indexering van 2% op de werkelijke opbrengsten 2024. Daarnaast heeft er nog een verschuiving plaatsgevonden tussen de opbrengsten van de afvalstoffenheffing naar de onroerende zaakbelasting. Het resultaat in de woonlasten van deze verschuiving is te zien in de tabellen van de woonlasten aan het eind van deze paragraaf.
De verwachte waardestijging van de WOZ voor het belastingjaar 2025 wordt door de waarderingskamer in de zomer van 2024 geschat op 2,5% tot 4,5%. Voor de berekening van de tarieven wordt rekening gehouden met de marktontwikkeling tussen de oude waarde peildatum (1-1-2023) en de nieuwe waarde peildatum (1-1-2024). De waarde wijzigingen als gevolg van areaaluitbreiding en bezwaar- en beroepschriften worden buiten beschouwing gelaten. Bij de berekening van de tarieven voor 2025 gaan wij dan ook uit van de voorlopige WOZ-waarden die jaarlijks in oktober aangeleverd worden. Het tarief is afhankelijk van de waardeverandering van de WOZ, de begrote opbrengsten en de uitgangspunten zoals deze zijn vastgesteld.
FORENSENBELASTING
Forensenbelasting wordt geheven van degene die, zonder dat ze in de gemeente woonachtig zijn, een woning ter beschikking houden. In 2025 wordt voor de berekening van het tarief rekening gehouden met de financiële uitgangspunten hiervoor die in ‘beleid ten aanzien van lokale heffingen’ zijn beschreven.
TOERISTENBELASTING
De toeristenbelasting maakt onderdeel uit van de algemene dekkingsmiddelen. Toeristenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die binnen de gemeente of openbaar lichaam verblijf houden, maar niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens zijn ingeschreven. In 2025 wordt voor de berekening van het tarief rekening gehouden met de uitgangspunten hiervoor die in ‘beleid ten aanzien van lokale heffingen’ zijn beschreven.
AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN
De afvalstoffenheffing is een heffing ter bestrijding van kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. Voor de afvalstoffenheffing geldt naast het beginsel van 100% kostendekking, het principe van ‘de vervuiler betaalt’.
De kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing is 100%.
Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing 2025
Bedragen x € 1.000RIOOLHEFFING
Rioolheffing is een bestemmingsheffing. De gemeente heeft de plicht om voor een goed werkend rioleringsstelsel te zorgen, voor de afvoer van afvalwater en voor de zuivering daarvan. Ook heeft de gemeente de zorgplicht om de grondwaterstand en de afvoer van hemelwater (regenwater) te beheren. Om al deze watertaken te bekostigen wordt er één belasting geheven, de rioolheffing. Uitgangspunt is dat de opbrengsten niet voor andere doeleinden dan voor het gemeentelijk rioolstelsel mogen worden aangewend ofwel een relatie hebben met de Nieuwe Waterwet. Daarbij wordt ook gespaard voor toekomstige investeringen.
Voor de rioolheffing geldt het in 2020 vastgestelde Water RioleringsPlan (WRP) 2021-2025 als uitgangspunt. Bij het vaststellen van het WRP is bepaald dat de rioolheffing moet stijgen om aan de toekomstige uitdagingen te kunnen voldoen. Het is noodzakelijk de tarieven jaarlijks met 5,5% te verhogen over de periode 2021 t/m 2025. Daarna volstaat een indexering van 2,8% per jaar.
De kostendekkendheid van de rioolheffing is 100%.
Kostendekkendheid Rioolheffing 2025
Bedragen x € 1.000LEGES
Bij de leges wordt onderscheid gemaakt tussen de leges:
- titel 1. algemene dienstverlening,
- titel 2. dienstverlening fysieke leefomgeving (omgevingsvergunning) en
- titel 3. overige dienstverlening.
Daarnaast zijn er legesopbrengsten uit marktgelden, rioolaansluitingen en begraafrechten (titel 0).
Kruissubsidiëring binnen de diverse titels van de Legesverordening wordt op beperkte schaal toegepast, o.a. bij het tarief voor bouw gerelateerde omgevingsvergunningen. De kostendekking blijft op titelniveau onder de 100%.
De kostendekkendheid van de leges is:
- Algemene dienstverlening 84%
- Europese dienstenrichtlijn 64%
- Fysieke leefomgeving 97%.
Kostendekkendheid Leges
Bedragen x € 1.000LOKALE BELASTINGDRUK
Om de lokale belastingdruk in beeld te brengen, maken we gebruik van 4 voorbeelden.
Voor het bepalen van de lokale lastendruk is in de eerste twee tabellen uitgegaan van woonlasten op basis van één gebruiker. In de tabellen daarna wordt onderscheid gemaakt tussen een- en meerpersoonshuishoudens op basis van een eigenaar. Voor de bepaling van de lastendruk is uitgegaan van een WOZ-waarde van € 400.000 waarbij een gemiddelde waardestijging van 3,5% wordt toegerekend voor de berekening van de OZB 2025.
Bij de afvalstoffenheffing zijn er verschillende tarieven voor een- en meerpersoonshuishoudens. Bij de rioolheffing wordt een onderscheid in tarieven gemaakt tussen huishoudens die als 'gebruikers' aangemerkt worden en huishoudens die als 'eigenaren + gebruikers' aangemerkt worden. De lokale lasten in dit overzicht betreffen concepten. De werkelijke tarieven worden op een later tijdstip vastgesteld. Met betrekking tot de afvalstoffenheffing wordt sinds 2024 gebruik gemaakt van Diftar voor het huishoudelijk restafval en worden de kosten voor de Gft-container in het vastrecht verrekend. De kosten voor het huishoudelijke restafval worden niet in de onderstaande tarieven opgenomen.
Belastingen die tot woonlasten voor gebruikers leiden:
Jaar |
Rioolheffing |
Afvalstoffenheffing |
Totaal |
Stijging |
---|---|---|---|---|
2025 |
€ 140,78 |
€ 350,00 |
€ 490,78 |
-4,10% |
2024 |
€ 131,74 |
€ 380,00 |
€ 511,74 |
11,76% |
In dit overzicht is uitgegaan van:
- Meerpersoonshuishouden
- Rioolheffing < 500 m³
Belastingen die tot woonlasten van een eenpersoonshuishouden leiden:
Jaar |
Rioolheffing |
Afvalstoffenheffing |
Totaal |
Stijging |
---|---|---|---|---|
2025 |
€ 140,78 |
€ 250,00 |
€ 390,78 |
-2,73% |
2024 |
€ 131,74 |
€ 270,00 |
€ 401,74 |
12,85% |
In dit overzicht is uitgegaan van:
- Eenpersoonshuishouden
- Rioolheffing < 500 m³
Belastingen die tot woonlasten eigenaren en gebruikers leiden:
Jaar |
Rioolheffing |
Afvalstoffenheffing |
OZB |
Totaal |
Stijging |
---|---|---|---|---|---|
2025 |
€ 310,60 |
€ 350,00 |
€ 454,99 |
€ 1.115,59 |
0,65% |
2024 |
€ 293,17 |
€ 380,00 |
€ 435,20 |
€ 1.108,37 |
7,52% |
In dit overzicht is uitgegaan van:
- Meerpersoonshuishouden
- WOZ-waarde € 400.000 en 3,5% waardestijging in 2025
- Rioolheffing < 500 m³
Belastingen die tot woonlasten eigenaren en gebruikers, eenpersoonshuishoudens, leiden:
Jaar |
Rioolheffing |
Afvalstoffenheffing |
OZB |
Totaal |
Stijging |
---|---|---|---|---|---|
2025 |
€ 310,60 |
€ 250,00 |
€ 454,99 |
€ 1.015,59 |
1,72% |
2024 |
€ 293,17 |
€ 270,00 |
€ 435,20 |
€ 998,37 |
7,47% |
In dit overzicht is uitgegaan van:
- Eenpersoonshuishouden
- WOZ-waarde € 400.000 en 3,5% waardestijging in 2025
- Rioolheffing < 500 m³
KWIJTSCHELDINGSBELEID
Als een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen en niet beschikt over vermogen, kan de belastingplichtige onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor kwijtschelding.
De gemeente Zundert heeft een kwijtscheldingsnorm vastgesteld van 100%. Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Kwijtscheldingsaanvragen worden door de Belastingsamenwerking West-Brabant in behandeling genomen en verder afgewerkt. De kwijtscheldingsverzoeken worden zoveel mogelijk via digitale toetsing (Stichting Inlichtingenbureau) verwerkt om zo de burger te ontlasten. De uitgaven aan verleende kwijtschelding worden betrokken bij de berekening van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze uitgaven zijn bij de berekening van de tarieven in dit hoofdstuk meegenomen (zie uitgaven taakveld 6.3 Inkomensregelingen).