Ga naar de inhoud van deze pagina.
Netwerkbegroting 2025-2028 Netwerkbegroting 2025-2028 definitief

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

KENGETALLEN FINANCIËLE POSITIE

Het BBV heeft voorgeschreven dat er 6 financiële kengetallen moeten worden opgenomen. Deze kengetallen geven gezamenlijk inzicht in de financiële positie van onze gemeente. Per kengetal is een toelichting aangegeven. Wel moet worden opgemerkt dat de kengetallen in gezamenlijkheid bezien moeten worden.

Kengetallen

Netto schuldquote

Netto schuldquote = ( (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) -/- (langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen + overlopende activa))/ inkomsten voor bestemming reserves

Dit kengetal geeft aan hoeveel schulden een gemeente kan dragen op basis van de inkomsten die zij genereert. Het kengetal zegt dus iets over de financiële vermogenspositie: zij geeft aan of de gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen. Deze schuldquote mag niet boven de 130% uitkomen. Bij 90% of hoger gaat het licht op oranje. Doordat er de komende jaren veel investeringen gepland staan, stijgt de netto schuldquote naar 100%.

Solvabiliteit

De ''solvabiliteitsratio' geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen (het financiële kengetal solvabiliteitsratio), hoe gezonder de gemeente. Met een groot eigen vermogen kunnen risico’s opgevangen worden. Hierbij moet opgemerkt worden dat de voorzieningen bij de berekeningen zijn beschouwd als vreemd vermogen. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% heeft een gemeente haar bezit zeer zwaar belast met schuld. Bij een solvabiliteit van onder de 20% (conform VNG, Wet HOF) staat het licht op rood. Door het grote investeringsprogramma voor de komende jaren, moeten er langlopende leningen worden aangetrokken. Hierdoor daalt het solvabiliteitsrisico de komende jaren naar 24%. Het percentage blijft wel boven de kritische 20%.

Structurele exploitatieruimte

Het financiële kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Wanneer deze ratio groter is dan 0% dan is de ratio voldoende.

Grondexploitatie

Voor Zundert is deze quote eind 2024 nihil. Eind 2024 zijn alle gronden binnen de grondexploitaties uitgegeven. De gemeente loopt hier nauwelijks nog risico.

Belastingcapaciteit

De woonlasten zijn voor de gemeente de belangrijkste eigen belastinginkomst. De hoogte van dit kengetal geeft aan in hoeverre de gemeente al gebruik heeft moeten maken van deze optie voor het verkrijgen van extra inkomsten. Uit de ratio blijkt dat wij boven het landelijk gemiddelde zitten.

De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale gemiddelde woonlasten te delen door de gemiddelde woonlasten in Nederland. Gemeente Zundert zat in 2024 24% boven het landelijk gemiddelde. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt, doordat de afvalstofheffing in onze gemeente een stuk hoger is dan in andere gemeenten. Daarnaast is de gemiddelde WOZ-waarde van een woning in Zundert 15% hoger dan het landelijke gemiddelde. Bij de zomernota is een ombuiging hiertoe voorgesteld. De effecten zijn nog niet bekend.

Voor 2025 en verder zijn de landelijke cijfers niet bekend. We hebben het percentage daarom gelijk gehouden.

Conclusie en onderlinge verhoudingen

Uit de kengetallen komt naar voren dat er sprake is van houdbare gemeentefinanciën. Verderop in de paragraaf is aangegeven dat het weerstandsvermogen ruim voldoende is om risico's op te vangen.

FRAUDERISICOANALYSE

Eén van de effecten van het door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) uitgebrachte rapport "Uitkomst onderzoek kwaliteit wettelijke controles" is dat gemeenten een frauderisicoanalyse moeten opstellen. Het college laat zien dat het belang hecht aan de verantwoordelijkheid fraude te vermijden en te ontdekken. Het gaat daarbij om 2 inschattingen:

  1. Risico van onrechtmatige onttrekkingen van geld en goederen;
  2. Risico van het misbruik van financiële verslaggeving om daar beter van te worden.

Frauderisico's en -beheersing zijn opgenomen in het systeem van risicomanagement. Daardoor krijgt het onderwerp de juiste periodieke aandacht en wordt het proces van governance door sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden geborgd.

Sinds 2018 wordt voor de frauderisicoanalyse gebruik gemaakt van een enquête die wordt uitgezet onder een selectie van medewerkers, verdeeld over alle werkgebieden en programma’s. Ook zijn medewerkers bevraagd op organisatiekenmerken van fraudegevoeligheid en fraude-indicatoren. Naar aanleiding van feedback op de enquête en de doorontwikkeling van frauderisicoanalyse zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd:

  1. Vraagstelling is aangepast. Er is meer duiding gegeven aan de vragen en de vragen zijn zo objectief mogelijk verwoord.
  2. De vragen m.b.t. COVID-19 zijn niet meer van toepassing en niet meer in de enquête opgenomen. Het hybride werken is na de COVID-19 crisis gebleven. In de categorie organisatiekenmerken is hierover een vraag toegevoegd.
  3. Om frauderisico te beheersen zijn er beheersingsmaatregelen genomen. De geënquêteerden is gevraagd in hoeverre zij op de hoogte zijn van een aantal maatregelen om de werking van deze beheersmaatregelen te toetsen.

De in de frauderisico analyse betrokken onderwerpen zijn:

  • Bevraagde organisatiekenmerken: Beleid & regels, Samenwerken, Organisatieloyaliteit, Normen & waarden, Bestuur, Organisatiestructuur, Communicatie, Sfeer & relaties, IT-autorisaties en Hybride werken.
  • Bevraagde fraude-indicatoren: beïnvloeding cijfers door bestuur, voorbeeldrol directie, bewaking bedrijfsvoering, tijdige informatievoorziening, documentatie transacties, functiescheidingen, marktconforme grondprijzen, correctieboekingen, ongebruikelijke transacties, onafhankelijke selectie aannemers, negatieve media, ongeautoriseerde IT-handelingen.

Hieronder volgt een korte weergave van de conclusies uit de uitgevoerde analyse in februari 2024 over boekjaar 2023.

Over de hele linie van de enquête-antwoorden valt op dat de gemiddelde score van de ‘organisatiekenmerken’ ten opzichte van vorig jaar niet is gewijzigd. Deze vergelijking gaat alleen niet op, omdat de vraag m.b.t. het hybride werken is toegevoegd. Uit de enquête komt duidelijk naar voren dat het hybride werken van invloed is op de verbondenheid in de organisatie. Hierbij geldt dat als de verbondenheid afneemt, volgens de fraudedriehoek de gelegenheid tot fraude toeneemt. Dit is zeker een aandachtspunt en het is van belang om de beheersmaatregelen, waaronder de vastgelegde afspraken voor het hybride werken, nader te bekijken.

Verder valt op dat de bevoegdheden (autorisaties) in IT-systemen duidelijk zijn (weinig risico). Op dit punt werd in voorgaande jaren beduidend hoger gescoord. Een verklaring hiervoor is niet te geven. Het zou te maken kunnen hebben met het duidelijker wegzetten van de vraag, of dat er meer aandacht is voor beveiliging en autorisaties van IT-systemen.

Beleid en regels worden over het algemeen als noodzakelijk ervaren. In de toelichting wordt aangegeven dat beleid en regels ondersteunend zijn, maar ook belemmerend kunnen zijn qua snelheid en effectiviteit. In het kader van frauderisico is het van belang dat waar mogelijk een goede balans gezocht moet worden.

Positief is dat de ondervraagden zich niet belemmerd voelen om zaken bespreekbaar te maken. Dit is terug te zien in de score en de toelichting hierop.

Daarentegen wordt in vergelijking met voorgaand jaar de druk vanuit bestuurders weer meer benoemd. Dit kan te maken hebben met de fase in de 4-jaarscyclus van het bestuur, maar ook met het inzetten op maatwerk in het kader van dienstverlening. Nader onderzoek is nodig om eventuele beheersmaatregelen te kunnen nemen.

De ‘indicatoren frauderisico’s’ scoren gemiddeld 2,12 op een 5-puntsschaal, waarbij 1 een laag en 5 een hoog risico is. Vooral de indicatoren ongebruikelijke transacties, ongeautoriseerde handelingen in IT-systemen, invloed van negatieve berichtgeving in de media en beïnvloeding van cijferpresentaties door bestuur geven geen indicatie dat er sprake is van een frauderisico. Indicatoren die te maken hebben met bedrijfsvoering, het naleven en vastleggen van procedures scoren hoger. Deze blijven nog steeds continu om aandacht vragen. Er mag geen uitwisseling ontstaan tussen druk op doorlooptijden en zorgvuldigheid in de procedures. Het principe van “comply- or- explain” mag geen regel worden en er moet meer gestuurd worden op het principe “niet gedocumenteerde procedures worden beschouwd als niet gevolgd”.

In het kader van frauderisicobeheersing zijn er diverse maatregelen genomen. Dit betreft onder andere de ‘regeling vermoeden misstand’ en de aanstelling van een extern vertrouwenspersoon om onder andere ‘misbruik en oneigenlijk gebruik’ en fraude te kunnen melden en er op een juiste manier mee om te gaan. Dit jaar is voor het eerst gevraagd of de medewerkers in de organisatie bekend zijn met de genoemde maatregelen. Hieruit blijkt dat 34% van de respondenten op de hoogte is van beide maatregelen, 28% onbekend is met het bestaan van beide maatregelen en 38% slechts één van de twee maatregelen kent. De conclusie is dan ook dat er er aandacht nodig is voor het bekend maken van de (beheers)maatregelen om frauderisico’s te onderkennen en te beheersen.

Deze analyse en conclusies en die uit de voorgaande analyse, zijn en worden opgepakt bij bewustwordingscampagnes, de interne controle aanpak en de periodieke audit gesprekken met de diverse proceseigenaren. In februari 2025 wordt de enquête wederom uitgezet. Hoe dan ook, frauderisico blijft altijd aandacht vragen!

WEERSTANDSVERMOGEN

Hoofddoelstelling

De Gemeente Zundert acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen, is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is ook het weerstandsvermogen berekend.

Gemeentelijk beleid

De hoogte van het noodzakelijke weerstandsvermogen wordt bepaald door het risicoprofiel van de gemeente en door de kaders die de raad stelt ten aanzien van de gewenste mate van zekerheid tot afdekken van de risico’s. Deze kaders zijn in de raadsvergadering van 31 januari 2023 bepaald en maken deel uit van de 'nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2023'. Besloten is een weerstandsvermogen na te streven met een ratio tussen de 1,0 en 1,4 (= voldoende).

De doelstellingen van risicomanagement zijn:

  • Het continu inzicht hebben in de risico’s die de gemeente Zundert loopt, niet alleen de financiële risico’s;
  • Het beheersen van processen in de organisatie;
  • Het risicobewustzijn van de organisatie stimuleren en vergroten, zodat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van bestaand beleid en voorzieningen;
  • Het weerstandsvermogen te bepalen en deze op voldoende niveau te houden.

Het risicomanagement is in onze opgavegerichte programmaorganisatie gekoppeld aan de programma- en projectdoelstellingen. Naast deze programmagerichte invalshoek zijn risico’s ook integraal onderdeel van de primaire processen. We bereiken dit niet enkel door de risico’s met financiële gevolgen in kaart te brengen, maar ook inzicht te krijgen in politiek/bestuurlijke, juridisch/wettelijke, technische/ICT, organisatorische, geografisch/ruimtelijke, maatschappelijke, imago- en frauderisico’s. Met dit continue inzicht kunnen we de raad niet alleen een actuele stand van zaken rapporteren in de begroting en jaarrekening, maar ook in de bestuursrapportages.

Risico-inventarisatie

Om de risico's van in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld met behulp van het softwareprogramma NARIS® (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Risico's met de hoogste risicocategorie (>70% kans op voorkomen) worden geacht niet ten laste van het weerstandsvermogen te komen maar moeten in de reguliere exploitatie worden geraamd. De invloed van een risico op het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald door de kans van optreden en het financieel gevolg. In de ‘Risicokaart gemeente Zundert’ wordt het aantal risico’s per categorie weergegeven.

In onderstaand overzicht worden de tien risico's gepresenteerd die de hoogste bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.

Financieel risico Fort Oranje

Het besluit bestuurlijke sluiting Fort Oranje uit 2017 heeft nog steeds grote betekenis, zowel lokaal, regionaal als landelijk. De gemeente is door verschillende partijen aansprakelijk gesteld in dit dossier. Gelet op de eerdere uitspraak van de rechtbank van 2021 zijn deze aansprakelijkheidsstellingen (voorlopig) afgewezen. Pas na een uitspraak in hoger beroep in de bestuursrechtelijke procedure zullen deze aansprakelijkheidsstellingen eventueel opnieuw in behandeling genomen moeten worden. De omvang van het risico is pas na de uitspraak in hoger beroep in beeld te brengen.

Op 26 juni 2024 heeft de gemeente het hoogste bod uitgebracht bij de executieveiling van de gronden van Fort Oranje en is hiermee eigenaar geworden van deze gronden. Het is nog onzeker welk bedrag uit de beslaglegging terugvloeit naar de gemeente. Daarnaast is nog onduidelijk wat de bestemming van de grond gaat zijn.

Dit betekent dat de risico's met betrekking tot dit dossier niet zijn meegenomen in de berekeningen.

Soort risico (bedragen x € 1.000)

Begroot 2025

Realisatie 2023

Begroot 2024

Grote risico's

7.800

6.500

5.500

Overige risico's

700

1.500

700

Totaal alle risico's

8.500

8.000

6.200


Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 8.500.000) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Uit de Monte-Carlosimulatie (risicosimulatie) volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 1.700.000 (benodigde weerstandscapaciteit).

Benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit kent meerdere bestanddelen. In de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2023 is afgesproken dat we enkel rekening houden met dié bestanddelen, die een directe relatie hebben met de totale omvang van de risico’s. Dat doen we met een wetenschappelijk gevalideerde methode en vanuit de bedoeling om goed risicomanagement te voeren en transparant en zuiver zichtbaar te maken dat de relatie tussen de omvang van de risico’s (benodigde capaciteit) en het deel dat je daarvoor reserveert (bestemde weerstandsreserve) minimaal in evenwicht is. De overige bestanddelen van de algemene reserve (exploitatiereserve, reserve grondexploitatie) en eventuele onbenutte belastingcapaciteit blijven zo volledig buiten schot.

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Voor de gemeente Zundert is het ratio weerstandvermogen = 1,39 (zie tabel hieronder). Bij de vaststelling van het nieuwe risicomanagementbeleid is afgesproken deze ratio voor de vergelijking ook met een andere berekeningswijze te presenteren.

Categorie

Ratio o.b.v. bestemde weerstandsreserve

Ratio o.b.v. bestemde weerstandsreserve + aanvullend beschikbaar na goedkeuring raad

Ratio o.b.v. alle bestanddelen van de algemene reserve

Beschikbare weerstandscapaciteit (A) (Bedragen x € 1.000)




Weerstandsreserve

2.315

2.315

2.315

Post onvoorzien*

50

50

50

Exploitatiereserve


6.908

6.908

Onbenutte belastingcapaciteit**



1.273

Totaal

2.365

8.223

9.496





Benodigde weerstandscapaciteit (B) (Bedragen x € 1.000)

1.700

1.700

1.700





Ratio weerstandsvermogen (A/B)

1,39

4,83

5,59


* De post onvoorzien is in de financiële verordening ex art. 212 GW Zundert 2023 bepaald op €100.000. Deze post wordt in de financiële verordening ex art. 212 GW Zundert 2025 naar beneden bijgesteld en bepaald op € 50.000. Vooruitlopend hierop wordt voor 2025 gerekend met € 50.000 voor de post onvoorzien.

** De onbenutte belastingcapaciteit komt tot stand door de geraamde OZB-opbrengst te vergelijken met de door het Rijk gehanteerde rekentarieven, vermeerderd met 20%. Hierdoor sluit het rekentarief aan bij de zogenaamde tarieven "landelijk redelijk peil". Dit is het tariefniveau dat het Rijk hanteert in de circulaires. De gebruikte definitie van de onbenutte belastingcapaciteit voor de berekening van de weerstand capaciteit sluit hiermee aan bij de definitie van de BBV voorgeschreven financiële kengetallen. Hier is uitgegaan van de meicirculaire.

Weerstandsnorm

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

A

> 2.0

Uitstekend

B

1.4 - 2.0

Ruim voldoende

C

1.0 - 1.4

Voldoende

D

0.8 - 1.0

Matig

E

0.6 - 0.8

Onvoldoende

F

< 0.6

Ruim onvoldoende

De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van de berekende ratio.

In de Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2023 staat dat een normratio cijfer tussen de 1,0 en 1,4 gehanteerd wordt. Een ratio van 1,39 heeft als waarderingscijfer C. Deze normratio wordt gewaardeerd als “voldoende”. Dit betekent dat er geen actie benodigd is ten aanzien van de beschikbare weerstandscapaciteit